“Lekker op jezelf én bijdragen aan nabuurschap”

André Köller staat voor een lastige keuze. Blijft hij in deze ‘tijdelijke’ woning aan het ABC wonen, dicht bij het Julianapark? Of keert hij terug naar de woongemeenschap in het Truydemanhof? “Eigenlijk ben ik er wel uit. Ik mis het contact met buren namelijk. En in het Truydemanhof kunnen we weer een mooie woongemeenschap opbouwen. Als we de juiste mensen vinden.”

Op dit moment wordt het Truydemanhof grondig gerenoveerd. Alle bewoners zijn verhuisd. Sommigen keren terug. André Köller twijfelt nog. “Ik moet kiezen tussen twee van de mooiste woonplekjes in Hoorn! Maar eerlijk is eerlijk: dit huis aan de ABC is te groot voor mij alleen. Ik voel me bijna bezwaard. En ik bewaar nu veel te veel spullen, haha!”

Hechte band
Op de verdiepingen staan bezittingen van twee buurtjes uit het Truydemanhof. Zij zijn op reis terwijl hun woningen worden gerenoveerd. Het hof telde 43 kleine woningen. Een deel van de huurders ziet elkaar nog regelmatig, ook al gaat niet iedereen er meer wonen. “Als ik een berichtje in onze groepsapp zet, draait het vaak uit op een vrijmibo in mijn tuin. Zo hecht is de band nog.”

Spontane acties
In het Truydemanhof gebeurde dit elke week. Dat is ooit spontaan ontstaan, vertelt Köller. “Net als de gezamenlijke moestuin en het samen koken. Maar ook de hulp die je elkaar biedt. De één vindt tuinieren leuk, de ander is handig met computers en de volgende helpt met moeilijke brieven. In de ontmoetingsruimte hielden we ook spelletjesavonden. Zonder verplichtingen, maar de opkomst was goed.”

Nabuurschap
Heeft een woongemeenschap ook nadelen? “Niet als je het fijn vindt om actief bij te dragen aan een groter geheel, de gemeenschap”, antwoord Köller. “Dan kun je lekker op jezelf wonen én genieten van nabuurschap. Dat gaat om elkaar in de gaten houden en elkaar steunen. Ja, als ik er zo over nadenk, dan weet ik eigenlijk wel waar mijn toekomst ligt… Maar dan moet ik eerst weer ontspullen!”

Tips voor geïnteresseerden
“Leven in een woongemeenschap is niet vrijblijvend. Je moet bereid zijn om mee te doen met gezamenlijke activiteiten of werkgroepjes. Alleen dan werkt het. Als je je buren een beetje kent, spreek je elkaar gemakkelijker aan. En klusjes doen wordt steeds leuker, want je weet wie je een plezier doet en waarom. Al die kleine dingen versterken elkaar. Dat is fantastisch, maar het komt niet vanzelf.”